Text in Dutch / In deze verhandeling worden een aantal perikopen uit het boek Hosea, namelijk Hosea 2, 4, 5:1-7, 8, 9, 10 en 14:2-9, uitgelegd aan de hand van het kemwoord afgodendienst. Vergelijk: de afgodendienst in het boek Hosea. Tevens wordt een beschrijving gegeven van de New
Age-beweging en wordt een aantal zienswijzen van deze beweging uitgediept. Vergelijk: het nieuwe-tijdsdenken. Het doel van deze verhandeling is het vergelijken van de afgodendienst in het boek Hosea met het nieuwe-tijdsdenken en de overeenkomsten aan te geven. Vergelijk: vergeleken met.
In hoofdstuk 1 (Probleemstelling en hypothese) wordt het probleem aan de orde gesteld dat de Kanaanitische natuurgodsdienst de Israelitische godsdienst binnengedrongen was en leidde tot afgodendienst. Tevens wordt gesteld dat heden ten dage de godskennis minimaal is, kerken
leeglopen maar semi-godsdiensten zich mogen verheugen in een enorme toeloop. De New Age-beweging is hiervan een voorbeeld. Elementen uit de gedachtewereld van de afgodendienst ten tijde van de profeet Hosea blijken overeen te komen met denkbeelden die deel uitmaken van het nieuwe-tijdsdenken.
In hoofdstuk 2 (Werkwijze) wordt de weg aangegeven die in deze verhandeling gevolgd is om te komen tot het beschrijven van de overeenkomsten tussen de afgodendienst in het boek Hosea en het nieuwe-tijdsdenken.
In hoofdstuk 3 ((Godsdienst)geschiedschrijving) wordt een aantal benaderingen besproken die kunnen leiden tot een evenwichtige beschrijving van de geschiedenis van een godsdienst. Tevens wordt aangegeven waarvan de geschiedschrijver gebruik moet maken om tot een zo objectief mogelijke beschrijving te komen.
In hoofdstuk 4 (De geschiedenis van Israel en Juda in de achtste eeuw voor Christus) wordt de geschiedenis van Israel en Juda in de achtste eeuw voor Christus beschreven aan de hand van de regeringen van de koningen Uzzia, Jotam, Achaz en Jechizkia van Juda en Jerobeam van
Israel. Age-beweging is hiervan een voorbeeld. Elementen uit de gedachtewereld van de afgodendienst ten tijde van de profeet Hosea blijken overeen te komen met denkbeelden die deel uitmaken van het nieuwe-tijdsdenken.
In hoofdstuk 2 (Werkwijze) wordt de weg aangegeven die in deze verhandeling gevolgd is om te komen tot het beschrijven van de overeenkomsten tussen de afgodendienst in het boek Hosea en het nieuwe-tijdsdenken.
In hoofdstuk 3 ((Godsdienst)geschiedschrijving) wordt een aantal benaderingen besproken die kunnen leiden tot een evenwichtige beschrijving van de geschiedenis van een godsdienst. Tevens wordt aangegeven waarvan de geschiedschrijver gebruik moet maken om tot een zo objectief mogelijke beschrijving te komen.
In hoofdstuk 4 (De geschiedenis van Israel en Juda in de achtste eeuw voor Christus) wordt de geschiedenis van Israel en Juda in de achtste eeuw voor Christus beschreven aan de hand van de regeringen van de koningen Uzzia, Jotam, Achaz en Jechizkia van Juda en Jerobeam van
Israel.
In hoofdstuk 5 (De geschiedenis van Israels godsdienst in de achtste eeuw voor Christus) wordt allereerst J erobeam I ten tonele gevoerd omdat hij de drijvende kracht was achter de ontwikkeling van Betel en Dan tot nationale heiligdommen in het noordelijke Israel. Deze
ontwikkeling kan gezien worden als de aanleiding van de afgodendienst ten tijde van Hosea. Vervolgens wordt de invloed van de Kanaanitische godsdienst op de Israelitische godsdienst aan de orde gesteld.
In hoofdstuk 6 (De profeet Hosea) worden de persoon en de prediking van de profeet Hosea uitgediept.
In hoofdstuk 7 (Uitleg van enkele perikopen uit Hosea) worden de perikopen uit de aanhef van deze samenvatting uitgelegd aan de hand van het kemwoord afgodendienst.
In hoofdstuk 8 (De Kanaanitische god Baal) wordt een aantal facetten van Baal belicht die wellicht kunnen bijdragen tot een beter verstaan van Israels godsdienst in de achtste eeuw voor Christus.
In hoofdstuk 9 (New Age) wordt een beschrijving gegeven van de New Age-beweging en een aantal zienswijzen nader onder de loep genomen.
In hoofdstuk 10 (Gevolgtrekkingen) wordt enerzijds de achtste eeuw voor Christus vergeleken met de post-twintigste eeuw en anderzijds de overeenkomsten opgesomd tussen de afgodendienst in het boek Hosea en het nieuwe-tijdsdenken. / This thesis compares idolatry in Hosea with the New Age movement.
A number of pericopes from Hosea are explained in view of idolatry.
Canaanite nature worship had entered into Israelite religion. Among the kings of Israel in the
eighth century BC, Jeroboam I in particular was the moving force behind the development of
Bethel and Dan into national sanctuaries. This development can be seen as the immediate
cause for idolatry in Hosea's days.
Also nowadays knowledge of God is very poor. There are fewer and fewer churchgoers, but
semi-religions like the New Age movement attract a hugh number of people.
Elements from the realm of thought of idolatry at Hosea's time appear to correspond closely
with concepts that are essential in the New Age movement. / Old Testament & Ancient Near Eastern Studies
Identifer | oai:union.ndltd.org:netd.ac.za/oai:union.ndltd.org:unisa/oai:umkn-dsp01.int.unisa.ac.za:10500/18607 |
Date | 11 1900 |
Creators | Heino, Gerrit |
Contributors | Boshoff, W. S. (Willem Sterrenberg), 1958- |
Source Sets | South African National ETD Portal |
Language | Dutch |
Detected Language | Dutch |
Type | Dissertation |
Format | 1 online resource (xvi, 217 leaves) |
Page generated in 0.0019 seconds