Spelling suggestions: "subject:"korpuslinguistiek"" "subject:"korpuslinguistik""
1 |
Negatie met het werkwoord hebben in het Nederlands en ha in het Zweeds : Een contrastieve corpusstudie / Negation with the verb hebben in Dutch and ha [have] in Swedish : A contrastive corpus studyDalle, Tilda January 2024 (has links)
In this thesis, different negation strategies used with the verbs hebben in Dutch and ha [have] in Swedish are examined. In both languages, pronominal negation with a negative indefinite pronoun (geen for Dutch and ingen for Swedish) or adverbial negation with a negative adverb (niet for Dutch and inte for Swedish) are common negation strategies. Sometimes it can be difficult to choose between the two and the question of when to use which method of negation arises. By using corpus data from newspapers in Dutch and Swedish, the frequency and use of both methods is studied. In particular, the contexts in which pronominal negation and adverbial negation respectively are found are analysed in a qualitative study of randomly selected examples from the corpora. The study shows that, based on the data, pronominal negation seems to be the most frequent method with the verb hebben/ha. Furthermore, adverbial negation with the verb ha seems to be slightly more common in Swedish than in Dutch. The methods seem to be mostly used in the same contexts in both languages in the data, however, in Swedish, adverbial negation is sometimes used together with some nouns in the indefinite form without the indefinite article which does not occur in the Dutch data. / In deze scriptie wordt negatie met het werkwoord hebben in het Nederlands en ha [hebben] in het Zweeds bestudeerd. In beide talen kunnen zowel pronominale ontkenning met een negatief onbepaald voornaamwoord (geen in het Nederlands en ingen in het Zweeds) als adverbiale negatie met een negatief bijwoord (niet in het Nederlands en inte in het Zweeds) gebruikt worden om negatie uit te drukken. Soms ligt de keuze tussen de twee methodes niet voor de hand. Een corpusonderzoek met data uit krantenteksten en nieuwsberichten in het Nederlands en het Zweeds wordt uitgevoerd om de frequentie en het gebruik van de twee methodes te onderzoeken. Om te zien in welke contexten pronominale ontkenning en adverbiale ontkenning voorkomen wordt een kwalitatieve studie op basis van een willekeurig gekozen steekproef van de corpusdata uitgevoerd. De studie toont dat het blijkt alsof pronominale negatie de meest frequente methode samen met hebben/ha is in de data. Verder blijkt adverbiale negatie met ha iets meer frequent te zijn in het Zweeds in vergelijking met in het Nederlands. De twee methodes blijken op basis van de studie in meestal dezelfde contexten worden gebruikt. Maar in het Zweeds kan adverbiale negatie soms met sommige zelfstandige naamwoorden in de onbepaalde vorm zonder lidwoord worden gebruikt, terwijl er geen voorbeelden van dit zijn in de Nederlandse data.
|
2 |
Dat moet kunnen : Een contrastieve studie van zelfstandig gebruikte modale hulpwerkwoorden in het Nederlands en hun Zweedse vertalingJohansson, Karin January 2024 (has links)
This thesis concerns Swedish translations of the Dutch independently used modal auxiliary verbs moeten, kunnen and willen in six Dutch novels from the period 1973-2000. Previous research has shown that independent use occurs frequently in Dutch but less frequently in Swedish. But there is still a need for large-scale comparative research. For this analysis, I have conducted a corpus study based on systematically repeated searches for the three verbs. The goal of the study was to examine how these independently used modal auxiliary verbs were translated into Swedish and what patterns could be seen through this comparative study. Through this comparative study, I wanted to better highlight the differences and similarities between the languages regarding independently used modal auxiliary verbs. The results showed that independently used modal auxiliary verbs occur more frequently in the corpus in Dutch than in Swedish and that the Dutch independently used modal auxiliary verbs were translated with a corresponding independently used modal in Swedish in about a fourth of the cases. But the results also show similarities in this area. / Deze scriptie betreft Zweedse vertalingen van de Nederlandse zelfstandig gebruikte modale hulpwerkwoorden moeten, kunnen en willen in zes Nederlandstalige romans uit de periode 1973-2000. Eerder onderzoek heeft vastgesteld dat zelfstandig gebruik vlot toegelaten is in het Nederlands maar minder frequent voorkomt in het Zweeds. Toch ontbreekt er grootschalig contrastief onderzoek. Voor deze analyse werd een corpusonderzoek verricht op basis van systematisch herhaalde zoekopdrachten voor de drie modalen. Het doel van het onderzoek was om na te gaan hoe deze zelfstandig gebruikte modale hulpwerkwoorden in het Zweeds vertaald werden en wat voor patronen men kon zien door dit contrastief onderzoek. Met dit contrastief onderzoek wilde ik de verschillen en gelijkenissen tussen de talen wat betreft zelfstandig gebruikte modale hulpwerkwoorden beter belichten. De resultaten lieten zien dat zelfstandig gebruikte modale werkwoorden in het corpus vaker voorkomen in het Nederlands dan in het Zweeds en dat de Nederlandse zelfstandig gebruikte modale hulpwerkwoorden in ongeveer een vierde van de gevallen met een corresponderende zelfstandig gebruikte modaal in het Zweeds vertaald werden. Maar de resultaten vertonen ook dat er toch gelijkenissen zijn op dit gebied.
|
Page generated in 0.0771 seconds